Briefje aan mijn jongen — Soms moeten mama en papa weer even wat zoeken.

Mijn jongen,

Er komt een dag waarop je dit zal kunnen lezen. Op die dag is de nare periode die we nu al een hele tijd doorgaan misschien nog maar een herinnering aan veel bezoeken aan het ziekenhuis, aan lieve, lachende dokters en de eindeloze siroopjes die we je moeten laten drinken. Op die dag ben jij een hele kerel. Ik ben benieuwd hoe je er dan zal uitzien, hoe je stem zal klinken. Welke Felix je dan zal zijn.

Op de terugweg van het werk daarstraks zag ik in de spiegel rode ogen, en besefte ik dat ik al een hele tijd niet gemerkt had welke muziek er op de radio had gespeeld. Ik zat aan jou te denken en had het even moeilijk. Je moet weten dat ook grote mama’s en papa’s wel eens droevig kunnen zijn, en dat dat helemaal niet erg is.

Het zijn even heel rare weken voor mama en papa. De laatste maanden gingen heel goed met jou: je speelde veel, was enthousiast, je had weer een hele haardos gekregen (we noemden je soms ons cherubijntje, zo met je krullend blond haar), je was sterk. Het werd lente en we konden meer en meer naar buiten trekken – waar jij als buitenmensje altijd helemaal openbloeit. Waar jij zo enthousiast de vogeltjes bij naam zit te noemen, en de hommeltjes zit te tellen.

Maar het waren dus een tweetal rare weken. Het begon een dag of tien geleden, toen je twee keer kort na elkaar weer helemaal slap en bezweet in je bed lag, ’s morgens. We kennen het al, we kennen de medicijnen die je dit aandoen, en weten dat we je er met snelle en trage suikers (je appel-kersensapjes en een banaan) snel weer door krijgen. Maar toch, we werden na zo’n goeie periode toch weer eens stevig met onze voeten op de grond gezet.

En de voorbije dagen begon je weer je nieuwe haren te verliezen. Het zijn natuurlijk maar stomme haren, maar voor ons is dat weer een confrontatie met de ziekte waartegen je zo’n gevecht levert. Een confrontatie met de zware medicijnen die je moet krijgen. Je ziet ook weer een beetje bleek. Een teken van je lijfje dat het daarbinnen grote oorlog is. Mama stuurde me een foto van je bedje: ze was de lakens aan het verversen, want die lagen vol haartjes. De tweede keer op enkele dagen al. En daarvan werden mijn ogen wat rood, toen ik daar alleen in die auto zat, omdat het voor ons weer even wennen is om die zieke Felix te zien. We waren je ziekte haast vergeten, en we wisten wel dat we dit allemaal nog een hele tijd moeten doorgaan, maar nu er weer zo’n moment gekomen is moeten we toch weer even zoeken, slikken en tegen onszelf zeggen dat het wel goed zal komen. Al is er nog niet zoveel veranderd, en loopt alles voor zo ver we weten zoals het zou moeten.

Maar dat zoeken gaat niet altijd gemakkelijk, en het maakt me soms bang. Ook grote mama’s en papa’s kunnen bang zijn…
Ik heb vaak het gevoel dat we van de dokters een grote boot gekregen hebben, die ze op de best mogelijke manier laten varen en die ze voor ons zo hard ze kunnen vooruit laten gaan (en daar zijn we hen verschrikkelijk dankbaar voor). En dat mama en ik de kapiteins zijn die ons schip, met jou als onze kostbare passagier, zonder kaart en soms in een wilde storm naar een doel aan een horizon moeten brengen. We weten soms niet of ons schip er wel goed door zal geraken, en hoe hard de wind ons weer achteruit zal blazen, maar we blijven dag en nacht aan het roer draaien en trekken zo hard we kunnen. Elke golf over ons dek scheppen mama en ik weer naar buiten met onze kleine emmertjes. En wanneer onze boot weer droog is, en de stormwolken wegtrekken, varen we verder.

Op een dag komen we waar we moeten zijn, dat beloof ik je.

Op de dag waarop je dit leest, zullen we weten hoe hard we nog aan ons roer moeten trekken hebben en hoeveel emmertjes water we nog naar buiten moesten scheppen. Maar we zijn dankbaar dat we dat nog kunnen doen met jou erbij. Ook omdat ik benieuwd ben hoe je er na deze moeilijke reis zal uitzien en hoe je stem zal klinken. Omdat ik benieuwd ben welke Felix je dan zal zijn.

Morgen wordt een betere dag. Af en toe moeten er zoals vandaag tussenzitten.

Ik ben trots op jou, mijn dappere jongen en op wie je aan het worden bent. In je eigen woorden: “je bent mijn beste vriend”.
Papa

Volg ons / Like ons !

4 Comments

  1. Delphine cotman

    Carl, papa neushoorn, wat een pakkende tekst. Ik denk dat Felix alleen maar trots zal kunnen zijn op zijn straffe mama en papa. Wat zijn jullie fantastische ouders!! Dikke knuffel!

  2. Liesbeth

    Pakkend, Carl…ik word er stil van… mooie tekst. Jullie zijn bewonderenswaardig! Wat een lang slecht verhaal, maar de happy endings komen eraan en dan is het feest! Vlagjes op het schip en veel piratenpret, het ligt om de hoek. Veel moed, knuffel .. ! Morgen wordt beter..

  3. veerlev

    intens geschreven!
    ik voel het ‘leven’ erdoor stromen!
    het is zo: als ouder doe je dit: voor je kind, onvoorwaardelijk!
    Als toeschouwer: de waardigheid waarmee jullie dit schip leiden, is tja…ik ben sprakeloos…

Laat een reactie achter op Sylvester de moor Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *